Universiteit Utrecht: Uit onderzoek is gebleken dat kinderen die opgroeien op boerderijen minder vaak astmatische aandoeningen ontwikkelen dan hun leeftijdsgenoten uit "de grote stad". Volgens een internationaal onderzoeksteam is dit te danken aan het
feit dat boerderijkinderen ook binnenshuis worden blootgesteld aan een relatief grote verscheidenheid micro-organismen, onder andere afkomstig van (huis)dieren.
Over heel Europa is het aantal astmapatienten onder kleine kinderen de afgelopen jaren toegenomen.
Wetenschappers zoeken behalve naar betere behandelingsmethoden, ook naar mogelijkheden de ziekte te voorkomen. Daarbij viel de laatste jaren al op dat vooral boerderijkinderen beduidend minder vaak astma krijgen dan kinderen die opgroeien in een "schonere"
omgeving, met beduidend minder (huis)dieren. In Beieren werden kinderen uit boerengezinnen vergeleken met kinderen uit een andere omgeving. Net zoals uit eerdere studies bleek, komt astma in de eerste groep minder vaak voor. Wat in deze studie echter specifiek
werd onderzocht was de aanwezigheid van schimmels en bacteriën in huisstof. Ook binnenshuis blijken boerenkinderen veel meer te worden blootgesteld aan deze organismen dan hun leeftijdsgenoten die niet op de boerderij opgroeien, in veel gevallen door
de aanwezigheid van grote aantallen dieren op de boerderij. Hoe meer schimmels en bacteriën, hoe kleiner het risico op astma, ontdekten de onderzoekers. Een belangrijke rol in het onderzoek was weggelegd voor Prof. Dr. Ir. Dick Heederik, milieu-epidemioloog
aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.
Zembla. De uitzending van Zembla met als vrolijke titel "Het einde van de rashond" deed nogal wat stof opwaaien. Net voor de feestdagen buitelden voor- en tegenstanders van de gesloten rashondenfokkerij over elkaar heen om de buitenwereld van hun gelijk
te overtuigen.
Zoals altijd zal ook hier de waarheid ergens in het midden liggen. Er is geen kennersoog voor nodig om te concluderen dat sommige vertegenwoordigers van bepaalde hondenrassen dusdanig worden gehinderd door hun extreme uiterlijk, dat
je er geld op kunt zetten dat hun welzijn in het gedrang komt. Maar gelukkig komen er onder heel veel rashonden ook buitengewoon gelukkige en gezonde exemplaren voor. De stelling van hoogleraar dierenwelzijn Berry Spruyt dat "het einde van de rashond nadert"
gaat daarom nogal ver. De reactie van de Raad van Beheer dat 84 procent van de eigenaren van een rashond aangeeft de volgende keer wederom voor een rashond te kiezen, neemt niet weg dat er wel degelijk een probleem is. Het feit dat mensen nu eenmaal de neiging
hebben onvoorwaardelijk verliefd te worden op hun hond, doet daar niets aan af.
Staatssecretaris Bleker van Economische zaken, Landbouw en Innovatie kondigde aan dat er een nieuwe regelgeving komt om misstanden in handel en fokkerij van honden aan
te pakken. Hij gaat het Honden- en kattenbesluit moderniseren en in juni moeten honden voortaan verplicht gechipt worden. Hiermee gaat een langgekoesterde wens van Dibevo in vervulling. "Dankzij de identificatie- en registratieverplichting van honden, kan
de fokkerij inzichelijker gemaakt worden en kan er veel effectiever gehandhaafd en opgespoord worden", aldus Dibevo voorzitter Joost de Jongh.
Universiteit WAGENINGEN: Een op de vijf teken is besmet met de borreliabacterie die de ziekte van Lyme kan veroorzaken. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die onderzoekers van Wageningen Universiteit in het kader van de Week van de Teek hebben bekendgemaakt.
Het percentage teken dat besmet is met de borreliabacterie kwam in de tweede helft van 2008 in Nederland op ruim 19%. In 2007 was de besmettingsgraad 10%. Besmette teken kunnen de ziekte van Lyme veroorzaken. De meeste tekenbeten vinden plaats wanneer mensen
met hun dieren de natuur ingaan of in de tuin zijn. De temperatuur blijkt van grote invloed op het aantal tekenbeten. De lage temperaturen in het eerste kwartaal van 2009 leidden tot 30% minder tekenbeten dan vorig jaar. Terwijl het gemiddelde besmettingspercentage
van de in het onderzoek aangetroffen teken 19% (in de tweede helft van 2008) bedraagt, blijkt het infectiepercentage sterk te variëren tussen de onderzochte maanden en locaties. Opmerkelijk is dat in 2007 en 2008 het percentage borrelia-infecties van
teken in het najaar ongeveer tweemaal hoger was dan in de eerste helft van het jaar.
Opvallend is ook dat het gemiddeld aantal teken per locatie daalt van 27 in het laatste halfjaar van 2006 tot zo'n 13 in het laatste halfjaar van 2008. Het is nog onduidelijk
waar de afname door wordt veroorzaakt.
Vrijwilligers van de Natuurkalender rapporteerden in 2008 het hele jaar tekenbeten; ook in de wintermaanden. De meeste tekenbeten werden opgelopen in de maanden mei, juni en juli met de absolute piek in juni.
Medisch Centrum voor Dieren AMSTERDAM - Het gebruik van keukenzout als braakmiddel voor honden is gevaarlijk. Het Medisch Centrum voor Dieren in Amsterdam raadt het gebruik sterk af, na recente sterfgevallen.
Zout wordt regelmatig gebruikt om
dieren thuis te laten braken na inname van een ongewenste stof. Op internet of door de dierenarts wordt het geven van dit huismiddel vaak geadviseerd als eerstehulpactie.
Het Medisch Centrum voor Dieren (een samenwerkingsverband tussen Spoedkliniek voor
Dieren Amsterdam, Dierenarts Specialisten Amsterdam en Diergeneeskundig Orthopedisch Centrum Amsterdam) heeft in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde een artikel gepubliceerd waarin staat dat zout zelfs een vergiftigende werking kan hebben op het dier. "Zout
heeft een irriterende werking op het slijmvlies van het maagdarmkanaal, waardoor gebrek aan eetlust, braken en diarree vaak de eerste verschijnselen zijn na opname van een overdaad aan zout. Door de hoge natriumconcentratie in het bloed verplaatst water zich
vanuit de weefsels naar het vaatbed, wat kan leiden tot oedeem. Als de natriumconcentratie ook in de hersenen gaat stijgen, kan dit leiden tot schade met neurologische klachten als gevolg. Het dier wordt rusteloos, prikkelbaar, sloom en/of krijgt spiertrekkingen,
toevallen of koorts. Uiteindelijk kan het dier in coma raken en overlijden".
Het Medisch Centrum voor Dieren raadt daarom het gebruik van zout als braakmiddel af. Ga in plaats daarvan naar de dierenarts en laat hem een braakmiddel toedienen.
Universiteit UTRECHT- Katten die uitsluitend binnenhuis leven of inactief zijn, hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van suikerziekte (diabetes mellitus). Het eten van koolhydraatrijk voedsel, vaak als de boosdoener aangewezen, lijkt juist geen
invloed te hebben op de ontwikkeling van deze ziekte.
Dat concludeert dierenarts Lars Slingerland in zijn proefschrift. Slingerland is vorige maand gepromoveerd bij de Universiteit Utrecht. Hij onderzocht oorzaken die het ontstaan van diabetes zouden
kunnen versterken. Hij vergeleek het voedings- en bewegingspatroon van gezonde katten met dat van katten met suikerziekte. Het blijkt dat inactieve katten en katten die uitsluitend binnenshuis leven, een grotere kans op suikerziekte hebben. Slingerland adviseert
dan ook om er vooral voor te zorgen dat katten veel spelen en bewegen zodat ze niet te dik worden.